Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Vaar niet [13]haastelijk voort om te twisten, opdat gij misschien in het laatste [14]daarvan niet [15]wat doet, als [16]uw naaste u zou mogen [17]beschaamd hebben. 13. Dat is, lichtvaardiglijk, onbedachtelijk. 14. Te weten van haastelijk tot twistingen en pleitingen te komen. 15. Te weten dat onredelijk en strafbaar zou wezen, als met kijven, vechten, kwetsen en doden. 16. Te weten, die tegen u twist of pleit. 17. Te weten, mits u door het recht te verwinnen en te bewijzen dat gij hem met onrecht en valsheid hebt beklaagd.